“De vrijheid van een burger om een mening te kunnen vormen en uiten zonder dat de overheid hier invloed op kan uitoefenen”

Zo kan het grondrecht op de vrijheid van meningsuiting worden omschreven. Ook in de relatie tussen werkgever en werknemer is dit het uitgangspunt. Tegelijkertijd kan het recht op vrijheid van meningsuiting botsen met andere (grond-)rechten, zoals het recht op bescherming van de commerciële belangen van de werkgever. Dit was het geval bij het ontslag van een medewerkster van een zorginstelling, vanwege het plaatsen van extreme anti-coronavaccinatie berichten op LinkedIn. Lees hieronder meer over deze uitspraak en de wijze waarop dergelijke kwesties door de rechter worden beoordeeld.