Het ter beschikking stellen van personeel (detacheren of uitzenden) is onderworpen aan de omzetbelasting: beter bekend als de btw. Zorgmedewerkers van zorgaanbieders die zich niet in de frontlinie bevinden in de strijd tegen COVID-19, worden door hun werkgevers aangeboden aan zorgaanbieders die zich wel in de frontlinie bevinden. Helaas moet er dan 21% btw worden gerekend over een eventuele kostenvergoeding, terwijl de inlenende zorgorganisatie deze btw niet kan terugvragen van de Belastingdienst. Mijn oproep aan de minister: schrap de btw op de collegiale uitleen van zorgpersoneel vandaag nog! We willen zorgpersoneel zien op de plekken waar ze het hardste nodig zijn. Administratieve en fiscale belemmeringen zijn daarbij volstrekt onwenselijk.
Btw in de zorg
Zorgaanbieders brengen doorgaans geen btw in rekening voor geleverde prestaties. Medische handelingen die gericht zijn op de persoonlijke gezondheidskundige verzorging van de mens zijn vrijgesteld van btw. Dit brengt met zich mee dat zorgorganisaties als ‘eindgebruiker’ worden gekwalificeerd. Ondernemers in andere sectoren moeten btw in rekening brengen over hun geleverde prestaties, maar zij mogen ook de betaalde btw over ingekochte diensten en goederen weer aftrekken. Zorgorganisaties kunnen de btw op geleverde prestaties niet aftrekken: zij worden gezien als een consument (de ‘eindgebruiker’), die ook geen btw kan aftrekken.
Btw voor het uitlenen van personeel
In beginsel is het ter beschikking stellen van personeel, in welke sector dan ook, een btw-plichtige activiteit. Er zijn twee vormen van het uitlenen van personeel te onderscheiden. Ten eerste kennen we het beroeps- of bedrijfsmatig uitlenen van personeel: denk aan uitzendbureaus en detacheerders. Het uitlenen van personeel is hun corebusiness. Daarnaast is er de collegiale (niet-bedrijfsmatige) uitleen: organisaties die geen detacherings- of uitzendbureau zijn, maar incidenteel personeel uitlenen om uiteenlopende redenen.
Vrijstelling collegiale uitleen in de zorg
Wanneer zorginstelling A personeel collegiaal uitleent aan zorginstelling B, dan moet A btw in rekening brengen over de vergoeding die B aan A betaalt. Zorginstelling B kan echter de 21% btw niet aftrekken en draait dus voor die extra 21% aan kosten op. Er is echter voor collegiale uitleen in de zorgsector een vrijstelling geregeld bij besluit van 14 december 2018, nr. 2018-22809, maar dan moet voldaan worden aan een aantal voorwaarden. Deze voorwaarden beogen het voorkomen van oneerlijke concurrentie met detacherings- en uitzendbureaus; zij moeten immers altijd btw in rekening brengen.
Een belangrijke voorwaarde is dat de vergoeding voor het ter beschikking stellen van het personeelslid beperkt moet blijven tot de brutoloonkosten van het betrokken personeelslid (kortom: geen winstoogmerk). Deze voorwaarde vormt uiteraard geen probleem. Daarnaast geldt dat de terbeschikkingstelling van het personeelslid structureel van karakter moet zijn. Met structureel wordt bedoeld: voor onbepaalde tijd. Verder geldt het volgende: als de relatie tussen de inlener en de uitlener wordt beëindigd en dit heeft gevolgen voor de arbeidsovereenkomst tussen de uitlener en de medewerker, dan is de inlener financieel verantwoordelijk voor het eventueel beëindigen van die arbeidsovereenkomst.
Die laatste twee voorwaarden hebben als gevolg dat zorginstellingen die nu personeel aanbieden aan andere zorginstelling ter bestrijding van COVID-19, niet aan de voorwaarden voor btw vrijstelling voldoen. De uitleenconstructie is tenslotte tijdelijk. Ook zal de financiële verantwoordelijkheid voor bijvoorbeeld huisartsen een belemmering vormen.
Uitleen personeel door zelfstandige klinieken
We hebben in Nederland honderden zelfstandige klinieken. Deze klinieken zien het aantal patiënten behoorlijk teruglopen of ze hebben hun werkwijze zodanig aangepast, dat ze minder BIG-geregistreerd personeel nodig hebben. Veel klinieken leveren niet-urgente, planbare zorg of simpelweg niet-essentiële zorg. Zorgmedewerkers van deze klinieken worden in toenemende mate ingezet waar de nood juist wel hoog is. EenVandaag heeft hier aandacht aan besteed.
Wanneer een kliniek personeel beschikbaar stelt en bijvoorbeeld een huisartsenpost of een ziekenhuis daar gebruik van maakt, dan moet de kliniek over de vergoeding btw in rekening brengen. Ook als de kliniek alleen maar de loonkosten van de uitgeleende medewerker in rekening brengt en dus geen winstoogmerk heeft. Immers, de uitleenconstructie is tijdelijk en de inlenende partij zal niet verantwoordelijk zijn voor de arbeidsrechtelijke gevolgen als de inleenconstructie weer wordt beëindigd.
Kortom: de inlener is 21% extra kosten kwijt. Die 21% btw wordt vervolgens door de uitlener naar de Belastingdienst overgemaakt. Het is vervolgens maar de vraag of de inlener naderhand nog maar iets terug ziet van die kosten: in hoeverre gaan de verzekeraars deze kosten dekken? Vooral voor huisartsen zullen de kosten een belemmering vormen. Daarbij komt nog dat de uitlenende kliniek, maar ook de inlenende partij, kan denken: “dit wordt me te moeilijk, ik wil geen risico op allerlei naheffingen, laat maar.” Vervolgens vraagt de kliniek werktijdverkorting aan en zit de zorgmedewerker thuis, terwijl deze nu juist zo hard nodig is in de frontlinie.
Schrap de btw op collegiale uitleen van zorgpersoneel
De btw vrijstelling kan vandaag nog worden geregeld. Vaardig een besluit uit dat het besluit van 14 december 2018, nr. 2018-22809 als volgt wijzigt: de onder artikel 4.2 genoemde voorwaarden van sub c, e en h zijn niet van toepassing voor het ter beschikking stellen van zorgpersoneel in het kader van de bestrijding van COVID-19.
Klaar.
Beste Minister van Financiën: schrap de btw op collegiale uitleen van zorgpersoneel vandaag nog. Het is een onnodige, administratieve en fiscale belemmering bij de allocatie van zorgpersoneel. Elke belemmering om zorgpersoneel daar in te zetten waar de nood het hoogst is, moet uit de weg worden uitgeruimd. Mocht u het vandaag niet meer redden, doe het dan in ieder geval morgen.