Concurrentiebeding in 2025

Het concurrentiebeding in 2025 blijft ongewijzigd

Veel artikelen en blogs stellen dat de regels rondom het concurrentiebeding in 2025 worden aangescherpt. Deze informatie is echter ingehaald door de actualiteit. Op het moment van schrijven (medio november 2024) is het zeer onwaarschijnlijk dat de ‘Wet modernisering concurrentiebeding’ in 2025 in werking treedt. In deze blog leggen we uit hoe het wel zit.

We bespreken achtereenvolgens de aanleiding voor de Wet modernisering concurrentiebeding, welke nieuwe regels daarmee worden ingevoerd en de actuele stand van zaken van het wetgevingsproces.

UPDATE: op 21 november heeft het Ministerie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid de jaarplanning voor 2025 gemaakt. Hieruit volgt dat het Wetsvoorstel modernisering concurrentiebeding pas op zijn vroegst in Q4 van 2025 aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden.

Aanleiding voor de Wet modernisering concurrentiebeding

In 2019 kwamen berichten in de media over oneigenlijk gebruik van het concurrentiebeding. Ook deed de Commissie Regulering van Werk (Commissie-Borstlap) in 2020 aanbevelingen die er kort gezegd op neerkwamen om het gebruik van een concurrentiebeding verder aan banden te leggen. Op verzoek van Tweede Kamerleden is een onderzoek uitgevoerd door Panteia in 2021.

Uit het onderzoek volgde dat het gebruik van concurrentiebedingen bijna was verdubbeld. Ruim 3 miljoen van de 8,4 miljoen werknemers is gebonden aan een concurrentiebeding. Ook kwetsbare personen, bijvoorbeeld jongeren met een laag inkomen, zijn regelmatig gebonden aan een concurrentiebeding. Veel werknemers die niet werken met relaties of bedrijfsgevoelige informatie van de werkgever, vallen onder een concurrentiebeding. Bovendien wordt het concurrentiebeding vaak ruim geformuleerd met een lange geldigheidsduur.

Werkgevers nemen het concurrentiebeding als automatisme op: baat het niet, dan schaadt het niet. Daarnaast gebruikt de helft van de werkgevers, naar eigen zeggen, het concurrentiebeding om te voorkomen dat de concurrentie personeel wegkaapt. Ook willen werkgevers met het concurrentiebeding werknemers te ontmoedigen om over te stappen naar de concurrent.

Werkgevers gebruiken het concurrentiebeding dus regelmatig om oneigenlijke motieven. Er is bij veel gevallen geen sprake van een noodzaak voor het beschermen van bedrijfsbelangen waar het concurrentiebeding voor is bedoeld. Je kunt dan denken aan belangen als bedrijfsgeheimen, concurrentiegevoelige informatie, klantgegevens en goodwill (het ‘bedrijfsdebiet’).

Het concurrentiebeding maakt inbreuk op de grondwettelijke vrijheid van arbeidskeuze van werknemers. Ook is het voor medewerkers vaak niet duidelijk welke plichten het concurrentiebeding met zich meebrengt. Het brede gebruik van concurrentiebedingen belemmert bovendien een goed functioneren van de arbeidsmarkt, omdat het de mobiliteit van werknemers beperkt.

Met het voorstel voor de Wet modernisering concurrentiebeding wil de regering deze problemen aanpakken. Het wetsvoorstel heeft onder meer als doelstelling om het gebruik van het concurrentiebeding terug te dringen en de belangen van werknemers beter te beschermen.

Wat staat er in het wetsvoorstel?

In de eerste plaats wordt de geldigheidsduur van het concurrentiebeding beperkt. Een beding dat langer dan een jaar doorwerkt na het einde van de arbeidsovereenkomst, is nietig. Net als bij tijdelijke arbeidscontracten nu al het geval is, moet de werkgever op grond van de nieuwe wet het gebruik van een concurrentiebeding altijd motiveren. Dat geldt dan dus ook voor het concurrentiebeding in arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd. De werkgever moet schriftelijk uitleggen welke zwaarwegende bedrijfsbelangen het concurrentiebeding rechtvaardigen. Zonder dragende motivering is het beding nietig. Ook moet worden opgenomen voor welk geografisch gebied het concurrentiebeding geldt.

Verder stelt de nieuwe wet verscheidene regels en beperkingen indien de werkgever zich daadwerkelijk beroept op het concurrentiebeding. Dit moet sowieso schriftelijk en uiterlijk een maand voor het einde van de arbeidsovereenkomst. Anders geformuleerd: de werkgever moet de werknemer dus tijdig een brief sturen bij het einde van de arbeidsovereenkomst, waarin de werkgever bevestigt dat hij de werknemer aan het concurrentiebeding zal houden.

Tot slot, maar zeker niet onbelangrijk, moet de werkgever aan de werknemer een vergoeding betalen, als hij de werknemer aan het concurrentiebeding houdt. Die vergoeding is fors: 50% van het maandloon voor elke maand dat de medewerker aan het concurrentiebeding is gebonden. Als het concurrentiebeding dus twaalf maanden geldt, dan moet de werkgever zes maanden loon betalen aan de werknemer.

Al met al gaan de regels behoorlijk op de schop, maar het is nog niet duidelijk wanneer precies. In de volgende paragraaf bespreken we de stand van zaken.

Het concurrentiebeding in 2025

Het laatste Kabinet-Rutte had een vlot tijdsschema voor ogen. In maart 2024 ging het wetsvoorstel voor de Wet modernisering concurrentiebeding in internetconsultatie. Echter, het nieuwe kabinet lijkt minder haast te hebben en momenteel staat het wetgevingsproces stil. Het is daarom zeer onwaarschijnlijk dat de regels omtrent het concurrentiebeding in 2025 worden gewijzigd.

Even tussendoor (de tekst gaat hieronder verder): wil je altijd op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen in het arbeidsrecht? Volg mij dan op LinkedIn!


Uit de wetgevingskalender blijkt dat het wetsvoorstel nog niet is aangeboden aan de Raad van State. De Raad van State adviseert over ieder wetsvoorstel. Dit is een verplichte stap en kan niet worden overgeslagen. Na het advies van de Raad van State moeten zowel de Tweede als de Eerste Kamer het wetsvoorstel behandelen en erover stemmen. Daarna moet de wet worden bekrachtigd en gepubliceerd in het Staatsblad. Inmiddels is het half november 2024. Het is daarom vrijwel onmogelijk het hele wetgevingsproces nog voor het einde van het jaar af te ronden.

We kunnen dus concluderen: de nieuwe Wet modernisering concurrentiebeding zal nog niet in werking treden op 1 januari 2025.

Wanneer wel is nog onduidelijk. Het is denkbaar dat het huidige kabinet in de eerste helft van het jaar het wetgevingsproces versnelt en mikt op invoering per 1 juli 2025. Echter, gelet op de opmerkingen in het regeerakkoord over dit onderwerp, zetten wij ons geld in op 1 januari 2026. Ook dat is trouwens onzeker. Als het kabinet het komende jaar valt en er komen nieuwe verkiezingen, dan zou het zomaar weer een jaar later kunnen worden.

UPDATE 26 november 2024: op 21 november heeft het Ministerie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid de jaarplanning voor 2025 gemaakt. Hieruit volgt dat het Wetsvoorstel modernisering concurrentiebeding pas op zijn vroegst in Q4 van 2025 aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden. Daarmee lijkt ook 1 januari 2026 niet haalbaar. We vernieuwen onze weddenschap en zetten ons geld nu in op 1 januari 2027.

Voorlopig blijven de regels omtrent het concurrentiebeding dus nog ongewijzigd.

Wil je meer weten over de huidige regels voor het concurrentiebeding? Lees dan ook onze blog met een checklist voor het concurrentiebeding in tijdelijke contracten.