In het eerste deel van deze blog is het theoretische (juridische) kader weergegeven dat verbonden is aan het belemmeringsverbod voor uitleners uit artikel 9a van de Waadi. Volgens dat artikel mag degene die uitzendkrachten ter beschikking stelt “geen belemmeringen opwerpen voor de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst, na afloop van de terbeschikkingstelling, tussen de uitgeleende uitzendkracht en de inlener.” In de afgelopen jaren zijn er meerdere rechtszaken gevoerd over de reikwijdte van het belemmeringsverbod. Mede door de invloed van het Europees recht heeft dit tot opvallende uitspraken geleid. In dit tweede deel van de blog worden daarom enkele bijzonderheden toegelicht die van belang zijn met betrekking tot het belemmeringsverbod.